'Wanneer we een goed beeld hebben, bepalen we op welke manier negatieve gevolgen van de geplande wegwerkzaamheden op beschermde diersoorten zo goed mogelijk kunnen worden voorkomen’ aldus Wouter.
Verschillende soorten, verschillende onderzoeken
De onderzoeken beginnen vrijwel altijd met een quickscan van de omgeving. Aan de hand van het gebied bepaalt de ecoloog vanachter het bureau welke dieren hier zouden kunnen leven. Veldonderzoeken worden buiten uitgevoerd. In Nederland zijn voor iedere soortgroep van planten en dieren regels opgesteld waar een onderzoek aan moet voldoen.
Wouter: ‘voor iedere soort is er een andere aanpak. Zo zijn vleermuizen in de nacht actief en vinden deze onderzoeken in de nacht plaats. De aanwezigheid van nestplaatsen van gierzwaluwen onderzoeken we in de avondschemer, omdat ze dan terugkeren naar hun nestplaatsen. En het onderzoek naar kleine marters (wezel, hermelijn, bunzing) doen we tijdens een periode van 6 weken met behulp van wildcamera’s.
Door de verschillende onderzoeken, voeren meerdere ecologen de onderzoeken uit. De ene ecoloog is goed in het herkennen van vogels of roepende rugstreeppadden, terwijl er ook ecologen zijn die ware nachtbrakers zijn en gespecialiseerd zijn in het onderzoeken van vleermuizen’.
De omgeving merkt meestal niets van veldonderzoeken
De meeste onderzoeken vinden plaats op plekken waar dieren het fijn vinden om te vertoeven. Dit zijn over het algemeen plekken waar weinig of geen mensen aanwezig zijn, zoals ruig begroeide wegbermen en bermsloten of bosjes in een klaverblad. Dit gaat uiteraard niet op voor huismussen, gierzwaluwen en verschillende vleermuissoorten. Deze soorten vinden geschikte nest- en verblijfplaatsen in onze huizen.
Vaak vinden deze onderzoeken vanaf de openbare weg plaats, en is het voor de onderzoekers niet nodig om op privégrond te komen. ‘In een enkel geval, met name bij vleermuisonderzoek, is het wenselijk niet alleen de voorzijde van een woning te inspecteren die vanaf de openbare weg zichtbaar is, maar ook de achtergevel te onderzoeken op in- en uitvliegende vleermuizen. In die gevallen worden huiseigenaren gevraagd of een onderzoeker gedurende het voorjaar en de zomer op enkele avonden een paar uurtjes in hun tuin mogen staan. Er wordt hierbij alleen geluisterd naar de ultrasone geluiden die de rondvliegende vleermuizen maken, de onderzoekers hoeven daarvoor niet in huis te zijn’ weet Wouter.
Waarnemen van vogels
‘Zelf houd ik mij binnen dit project vooral bezig met het onderzoek naar roofvogels, huismussen, gierzwaluwen en kleine marters. Dit zijn onderzoeken die overdag plaatsvinden in de periode april-augustus. Aangezien het waarnemen van vogels over het algemeen alleen onder goede weersomstandigheden kan plaatsvinden, zorgt dit ervoor dat ik in die periode alleen met lekker weer buiten ben, ideaal! Met twee jonge kinderen ben ik privé al voldoende aan het nachtbraken, dus het vleermuisonderzoek laat ik graag aan anderen over, vertelt Wouter lachend!’
Maatregelen om schade te voorkomen of te verzachten
Wouter legt uit dat we met de uitkomsten van het veldonderzoek weten we of en welke negatieve gevolgen optreden bij de uitvoering van de werkzaamheden aan de A7 en de A8. Daarna bedenken we welke maatregelen nodig zijn om schade aan de natuur te voorkomen of te verzachten. Bij broedende vogels is het de oplossing om tijdens het broedseizoen zo min mogelijk lawaai te maken bij geschikte broedplekken, zodat de vogels rustig kunnen blijven broeden.